Of we in onze huidige Europese samenleving nu christelijk zijn of niet, de advent en de kerstperiode roepen sterke emoties op. Het feest is diep geworteld in onze sociale imaginaire werelden en we kunnen niet anders dan reageren. Het is geen toeval dat de gevallen van huiselijk geweld aanzienlijk toenemen in de kersttijd, en dat vrouwen- en andere vluchthuizen nooit drukker bezet zijn dan in deze periode. Tijdens de feestdagen zijn de verwachtingen hoog gespannen en is er een groot verlangen naar harmonie. Velen onder ons zijn hier niet tegen opgewassen. Bovendien laat de overvloed aan vrije tijd en genotsmiddelen conflicten in privé-kringen snel escaleren. Aan de andere kant wordt de gespannen persoonlijke situatie ook weerspiegeld in de samenleving als geheel. Immers, elk van de basisboodschappen van Kerstmis – het arme gezin dat geen herberg kan vinden; de zwangere vreemdeling die in een schuur moet bevallen; de verkondiging van “vrede op aarde” door de Hemel die de zwakken als de echte sterken beschouwt – is radicaal in tegenspraak met het huidige gedrag van de Europese naties. In plaats van vreemdelingen op te nemen, wijzen we hen de deur. In plaats van te delen, willen we alles voor onszelf houden. In plaats van vrede te faciliteren, promoten we oorlog. Deze tegenstrijdigheden zijn niet nieuw. Sinds het christelijke Kerstmis werd uitgevonden om de heidense wintercultus te verdringen, bevindt het feest zich in een permanente spanning tussen belofte, schijn en realiteit.
Muziek heeft deze spanningen altijd tot uitdrukking willen brengen, en keer op keer schaart de muziek zich aan de kant van de zwakkeren en biedt zij troost en steun. Tegelijkertijd laat een lied als “In dulci jubilo” van Praetorius een ander gezicht zien. Hier schreeuwt de congregatie die aan de miserie van de Dertigjarige Oorlog wil ontsnappen “Eia, wärn wir da” en geeft daarmee aan ergens te willen zijn, ergens anders. Pijn en lijden komen steeds weer terug in het advents- en kerstrepertoire, en vreugde berust er op verdriet. Op zich is dit al tegenstrijdig genoeg, maar onze hedendaagse kerstdagen voegen nog iets extra toe. De allesdoordringende consumeringsdrang verdringt bij velen de moreel ongemakkelijke boodschappen van het feest. Kerstmis is immers een hoeksteen van onze economie. Tegenover de afgronden van verwachting, schuld en verlossing dat het feest vroeger op haar schouders te torsen had, is de uitwisseling van materiële geschenken misschien lang niet zo stom als het op het eerste gezicht lijkt.
Sofie Vanden Eynde brengt de grote lijnen van de bestaande kerstmuziek samen, maar laat het daar niet bij. Ze bevraagt de inhoud van Kerstmis vandaag en laat daarvoor nieuwe muziek schrijven. Deze nieuwe liederen getuigen van zowel veranderende ervaringen als van oermenselijke gedragspatronen die nooit lijken te veranderen. Zo houdt het kerstverhaal ons eigen gedrag een spiegel voor.
- Lieselot De Wilde, sopraan
- Sofie Vanden Eynde, luit en theorbe
Oude muziek: H. Purcell, T. Merula, L. Senfl, M. Praetorius,…
Nieuwe muziek: Thomas Smetryns, Samir Bendimered